
Kinderen op het Christiaan Huygens hebben onderwijsbehoeften die voortkomen uit specifieke leereigenschappen, denkeigenschappen en sociaal-emotionele eigenschappen.
Toch is de diversiteit van de doelgroep groot. Door het in kaart brengen van de cognitieve-, sociaal-emotionele- en persoonlijkheidsaspecten van de kinderen wordt een beeld gevormd van de leerling. Het intelligentie-onderzoek is, naast andere gegevens, een informatiebron om te beoordelen of het onderwijsaanbod past bij het kind.
Door het compacten van de basisstof blijft er tijd over voor extra vakken. Wij hebben gekozen voor Spaans en bridge.
Spaans is niet alleen een wereldtaal, het is ook een taal die je stap voor stap moet leren. Kinderen moeten uit hun comfortzone, worden gedwongen in kleinere stappen en met herhaling iets te leren. Dit is ook een mooie extra toevoeging in de voorbereiding voor het voortgezet onderwijs.
Bridge hebben wij gekozen als denksport. Mensen die kunnen bridgen zullen beamen dat het om veel meer gaat dan een kaartspel. Het is een strategisch spel waarbij samenwerken, focus en vooruitdenken centraal staan. Kinderen trainen zo enkele rekenvaardigheden maar nog veel belangrijker, hun werkgeheugen. Het is een spel en je zult regelmatig verliezen. Dat is ook een mooie training. Kinderen die dit leuk vinden kunnen zich met een (leen) opa of oma opgeven voor ons jaarlijkse generatie-bridgetoernooi en meester Ruud en juf Nel vragen ook regelmatig of kinderen willen meedoen aan nationale wedstrijden.
Waarschijnlijk herkent u deze bouwsteen. De kinderen op het Christiaan Huygens hebben vaak een grote drang naar autonomie.
Hierin komen we ze tegemoet door te werken in een circuitmodel. De kinderen krijgen een dagtaak. Daar staan alle onderdelen op die aan het eind van de dag af moeten zijn. Ze mogen zelf plannen wanneer ze welk onderdeel gaan doen. Een vast onderdeel is de instructie. De andere onderdelen moeten zij dus om de instructie heen plannen. Omdat de kinderen een brede belangstelling hebben en vaak vol vragen zitten, krijgen ze binnen elk thema tijd om aan een eigen onderzoek te werken. We motiveren de kinderen om die tijd te gebruiken om antwoorden op hun vragen te vinden. Hiervoor kunnen ze het internet gebruiken (we hebben voor elke leerling een Chromebook in de klas) en de boeken uit ons leeshuis. Als ze een onderzoek hebben afgerond, presenteren zij het antwoord aan de klas. Zo oefenen we het presenteren voor een groep, maar wij willen de antwoorden op de vragen van de kinderen ook graag weten. Zo leren we van elkaar!
Inspraak en betrokkenheid bij hun eigen ontwikkeling spelen hier een grote rol in. Wij praten niet zozeer over de kinderen als wel met de kinderen. Kindgesprekken vinden regelmatig plaats en de twee keer per jaar dat de portfolio’s mee naar huis zijn geweest en de gesprekken plaatsvinden, zijn de kinderen daar ook bij aanwezig.
De basis van ons onderwijs is het Deep level leren. Deze methode bestaat uit 12 brede thema’s en is ontwikkeld door Sonia van Enter. Binnen die thema’s komen enorm veel onderwerpen aan bod. Alle zaakvakken, en ook taal worden hierbinnen aangeboden. De lessen zijn gericht op de hogere denkvaardigheden. Een jaartal, afstand, naam of geboorteplaats is snel te googlen, maar wat er zal gebeuren als mensen geen geld meer zouden gebruiken of als er geen grenzen meer zouden bestaan, dan moet het brein aan de slag. Debatteren en filosoferen zijn ook vaste onderdelen binnen onze thema’s. Leren uit boeken kan heel interessant zijn, maar daadwerkelijk op excursie gaan of via gastlessen de buitenwereld in de school te halen, is nog interessanter. Per thema organiseren we minstens een excursie en een gastles. Dankzij de hulp van ouders, die bereid zijn om met ons mee te gaan en te rijden, komen we op hele interessante plekken.
We gaan ook de diepte in met onze kunst- en cultuurlessen. We zijn verkozen tot Cultuurschool van Flevoland. Om de kwaliteit hoog te houden werken we samen met professionals. Onze cultuurcoördinator Petra Nijenhuis onderhoudt deze contacten. We werken met ateliers die aansluiten bij de thema’s. Ateliers die gegeven worden door vakkrachten en ateliers die gegeven worden door leerkrachten. Denk hierbij aan dans, drama, beeldende vorming, muziek, maar ook koken, denkspellen, programmeren en techniek.
In de psychologie wordt ook wel de term 'peers' gebruikt.
Bij een groep horen is een basisbehoefte van de mens. Als je bij een groep hoort, kun je vriendschappen ontwikkelen, sociale vaardigheden oefenen en ontwikkel je je zelfbewustzijn. Bij ons op school vinden de kinderen (h)erkenning in en bij elkaar en is het vaak eenvoudiger om de ander te begrijpen. Dit draagt bij aan een gevoel van veiligheid en versterkt het gevoel ergens bij te horen.
Dit is het zijnsluik van Tessa Kieboom.
Voorheen lag de nadruk veelal op de cognitieve elementen van hoogbegaafdheid,maar een aantal wetenschappers en psychologen zijn er inmiddels wel van overtuigd dat er ook sprake is van bepaalde overeenkomstige karaktereigenschappen bij hoogbegaafden. Prof. dr. Tessa Kieboom noemt deze kenmerken het ‘zijnsluik’. Zij stelt dat hoogbegaafde kinderen allemaal individuen zijn met een eigen identiteit en kenmerken, die ook bij ‘gewone’ kinderen kunnen voorkomen, maar dat de aanpak binnen de omgeving van hoogbegaafde kinderen, echt anders dient te zijn dan bij andere kinderen.
Het ontwikkelen van een goede leerhouding is niet altijd vanzelfsprekend. Verschillende dingen kunnen deze ontwikkeling in de weg staan. Om het leergedrag te sturen en om vaardigheden te ontwikkelen om schoolopdrachten goed te kunnen maken of leren, werken we op verschillende manieren aan de ontwikkeling van de executieve vaardigheden.
Kinderen die nog niet vaak iets zijn tegengekomen dat ze niet kunnen, hebben nog niet kunnen ervaren wat echt leren is. Als je iets nieuws leert, is het in eerste instantie onmogelijk, na uitleg wordt het mogelijk, na oefening makkelijk en stop je er echt veel tijd en aandacht in, dan kun je misschien zelfs tot stunten komen. Als je niet weet dat leren buiten je comfortzone ligt en dat het dus frustrerend kan zijn en ongemakkelijk kan voelen, zul je meteen denken dat je faalt wanneer je ineens wel iets aangeboden krijgt waarvoor je je executieve vaardigheden moet aanspreken. Kinderen die dit als falen ervaren, zullen willen opgeven of worden soms zelfs boos. Daarom is het belangrijk dat kinderen ervaren hoe het is om de leerkuil in te stappen en ook weten dat het soms frustrerende gevoel een normaal onderdeel van het leren is. Als je doorzet en je het doel uiteindelijk beheerst, voelt dat geweldig. Je kunt trots zijn op wat je bereikt hebt en genieten van een voldaan gevoel.
